inschonken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inschonken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·schon·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inschenken |
inschonken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inschenken
- ...dat wij inschonken.
- ...dat jullie inschonken.
- ...dat zij inschonken.
- ...dat wij inschonken.