Inschenken.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·schen·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inschenken
schonk in
ingeschonken
klasse 3 volledig

Werkwoord

inschenken

  1. overgankelijk een vloeistof in een beker of glas laten stromen
    • De wijn werd door de gastheer ingeschonken en men hief het glas op zijn gezondheid. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be