inscant
- in·scant
vervoeging van |
---|
inscannen |
inscant
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inscannen
- ... dat jij inscant.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inscannen
- ... dat hij inscant.
- Het woord inscant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.