Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·pek·ten

Werkwoord

vervoeging van
inpekken

inpekten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inpekken
    • ...dat wij inpekten. 
    • ...dat jullie inpekten. 
    • ...dat zij inpekten. 

Gangbaarheid