inpekte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·pek·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inpekken |
inpekte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inpekken
- ... dat ik inpekte.
- ... dat jij inpekte.
- ... dat hij, zij, het inpekte.
- ... dat ik inpekte.
Gangbaarheid
- Het woord 'inpekte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.