• in·heem·sen

de inheemsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord inheemse
  2. alleen meervoudverzamelterm voor de bewoners van een bepaalde plaats of gebied die daar ook zijn geboren
85 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be