ingraveerde
- Geluid: ingraveerde (hulp, bestand)
- in·gra·veer·de
vervoeging van |
---|
ingraveren |
ingraveerde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ingraveren
- ... dat ik ingraveerde.
- ... dat jij ingraveerde.
- ... dat hij, zij, het ingraveerde.
- ... dat ik ingraveerde.
- Het woord ingraveerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.