ineenzak
- in·een·zak
vervoeging van |
---|
ineenzakken |
ineenzak
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ineenzakken
- ... dat ik ineenzak.
- Het woord ineenzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
ineenzakken |
ineenzak