ineensmolten
- in·een·smol·ten
vervoeging van |
---|
ineensmelten |
ineensmolten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van ineensmelten
- ...dat wij ineensmolten.
- ...dat jullie ineensmolten.
- ...dat zij ineensmolten.
- ...dat wij ineensmolten.
vervoeging van |
---|
ineensmelten |
ineensmolten