ineenschoven
- in·een·scho·ven
vervoeging van |
---|
ineenschuiven |
ineenschoven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van ineenschuiven
- ...dat wij ineenschoven.
- ...dat jullie ineenschoven.
- ...dat zij ineenschoven.
- ...dat wij ineenschoven.
- Het woord ineenschoven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.