ineenkromp
- Geluid: ineenkromp (hulp, bestand)
- in·een·kromp
vervoeging van |
---|
ineenkrimpen |
ineenkromp
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ineenkrimpen
- ... dat ik ineenkromp.
- ... dat jij ineenkromp.
- ... dat hij, zij, het ineenkromp.
- ... dat ik ineenkromp.
- Het woord ineenkromp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.