• in·di·vi·du·a·li·seer
vervoeging van
individualiseren

individualiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van individualiseren
    • Ik individualiseer. 
  2. gebiedende wijs van individualiseren
    • Individualiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van individualiseren
    • Individualiseer je?