indachten
- in·dach·ten
vervoeging van |
---|
indenken |
indachten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van indenken
- ...dat wij indachten.
- ...dat jullie indachten.
- ...dat zij indachten.
- ...dat wij indachten.
- Het woord indachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.