Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·bre·kers

Zelfstandig naamwoord

de inbrekersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord inbreker


Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

inbrekers mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord inbreker