• in·ac·ti·veert
vervoeging van
inactiveren

inactiveert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inactiveren
    • Jij inactiveert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inactiveren
    • Hij inactiveert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inactiveren
    • Inactiveert!