Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Voorkeuren
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
imputeerde
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
imputeerde
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
im·pu·teer·de
Werkwoord
vervoeging van
imputeren
imputeerde
enkelvoud verleden tijd van
imputeren
Ik
imputeerde
.
Jij
imputeerde
.
Hij, zij, het
imputeerde
.