hunkerden
- hun·ker·den
vervoeging van |
---|
hunkeren |
hunkerden
- meervoud verleden tijd van hunkeren
- Wij hunkerden.
- Jullie hunkerden.
- Zij hunkerden.
- Wij hunkerden.
- Het woord hunkerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.