Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·ve·niert

Werkwoord

vervoeging van
hovenieren

hoveniert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hovenieren
    • Jij hoveniert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hovenieren
    • Hij hoveniert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hovenieren
    • Hoveniert! 

Gangbaarheid