honderdzevenenzeventigjarigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ze·ven·en·ze·ven·tig·ja·rigs

Bijvoeglijk naamwoord

honderdzevenenzeventigjarigs

  1. partitief van de stellende trap van honderdzevenenzeventigjarig

Gangbaarheid