honderdzesenzestigjarigen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·zes·en·zes·tig·ja·ri·gen

Zelfstandig naamwoord

de honderdzesenzestigjarigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord honderdzesenzestigjarige

Gangbaarheid