honderdvijfentwintigjarigs
- hon·derd·vijf·en·twin·tig·ja·rigs
honderdvijfentwintigjarigs
- partitief van de stellende trap van honderdvijfentwintigjarig
- Het woord 'honderdvijfentwintigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.