honderdvierentachtigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·vier·en·tach·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de honderdvierentachtigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord honderdvierentachtig

Gangbaarheid