honderdtweeëntwintigjarigen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·tweeën·twin·tig·ja·ri·gen

Zelfstandig naamwoord

de honderdtweeëntwintigjarigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord honderdtweeëntwintigjarige

Gangbaarheid