honderdtweeënnegentigjarigs
- hon·derd·tweeën·ne·gen·tig·ja·rigs, hon·derd·twee·en·ne·gen·tig·ja·rigs
honderdtweeënnegentigjarigs
- partitief van de stellende trap van honderdtweeënnegentigjarig
- Het woord 'honderdtweeënnegentigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.