honderdnegenentachtigjarigen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ne·gen·en·tach·tig·ja·ri·gen

Zelfstandig naamwoord

de honderdnegenentachtigjarigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord honderdnegenentachtigjarige

Gangbaarheid