honderddrieëndertigs
- hon·derd·drieën·der·tigs, hon·derd·drie·en·der·tigs
de honderddrieëndertigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord honderddrieëndertig
- Het woord 'honderddrieëndertigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.