homo habilisjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  homo habilisjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ho·mo ha·bi·lis·jes

Zelfstandig naamwoord

de homo habilisjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord homo habilis

Gangbaarheid

• Het woord 'homo habilisjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.