Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·la·hoep·te

Werkwoord

vervoeging van
hoelahoepen

hoelahoepte

  1. enkelvoud verleden tijd van hoelahoepen
    • Ik hoelahoepte. 
    • Jij hoelahoepte. 
    • Hij, zij, het hoelahoepte.