hobbyde
- hob·by·de
vervoeging van |
---|
hobbyen |
hobbyde
- enkelvoud verleden tijd van hobbyen
- Ik hobbyde.
- Jij hobbyde.
- Hij, zij, het hobbyde.
- Ik hobbyde.
- Het woord hobbyde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
hobbyen |
hobbyde