hincha m/v
- supporter
hincha
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
hincha
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
hincha
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
hincha
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse
hincha
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir