herverkoos
- Geluid: herverkoos (hulp, bestand)
- her·ver·koos
vervoeging van |
---|
herverkiezen |
herverkoos
- enkelvoud verleden tijd van herverkiezen
- Ik herverkoos.
- Jij herverkoos.
- Hij, zij, het herverkoos.
- Ik herverkoos.
- Het woord herverkoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.