Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·mon·teert

Werkwoord

vervoeging van
hermonteren

hermonteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hermonteren
    • Jij hermonteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hermonteren
    • Hij hermonteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hermonteren
    • Hermonteert! 

Gangbaarheid