Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·kwa·li·fi·ceer

Werkwoord

vervoeging van
herkwalificeren

herkwalificeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkwalificeren
    • Ik herkwalificeer. 
  2. gebiedende wijs van herkwalificeren
    • Herkwalificeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkwalificeren
    • Herkwalificeer je? 

Gangbaarheid