• her·in·tro·du·ceer
vervoeging van
herintroduceren

herintroduceer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herintroduceren
    • Ik herintroduceer. 
  2. gebiedende wijs van herintroduceren
    • Herintroduceer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herintroduceren
    • Herintroduceer je?