herindeelde
- Geluid: herindeelde (hulp, bestand)
- her·in·deel·de
vervoeging van |
---|
herindelen |
herindeelde
- enkelvoud verleden tijd van herindelen
- Ik herindeelde.
- Jij herindeelde.
- Hij, zij, het herindeelde.
- Ik herindeelde.
- Het woord herindeelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.