herdrukte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·druk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herdrukken |
herdrukte
- enkelvoud verleden tijd van herdrukken
- Ik herdrukte.
- Jij herdrukte.
- Hij, zij, het herdrukte.
- Ik herdrukte.
- verbogen vorm van herdrukt, voltooid deelwoord van herdrukken