Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·doop·te

Werkwoord

vervoeging van
herdopen

herdoopte

  1. enkelvoud verleden tijd van herdopen
    • Ik herdoopte. 
    • Jij herdoopte. 
    • Hij, zij, het herdoopte. 
  2. verbogen vorm van herdoopt, voltooid deelwoord van herdopen