Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·de·fi·ni·eert

Werkwoord

vervoeging van
herdefiniëren

herdefinieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herdefiniëren
    • Jij herdefinieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herdefiniëren
    • Hij herdefinieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herdefiniëren
    • Herdefinieert! 

Gangbaarheid