• hen·der
Naar frequentie 875

hender

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hende

hender

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van hand

hender

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van hende

hender

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van hånd


  • hen·der

hender

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hende

hender

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van hand