Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • hen·der
Naar frequentie 875

Werkwoord

hender

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hende

Zelfstandig naamwoord

hender

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van hand

Zelfstandig naamwoord

hender

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van hende
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

hender

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van hånd


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • hen·der

Werkwoord

hender

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hende

Zelfstandig naamwoord

hender

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van hand