Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·vi·ken

Zelfstandig naamwoord

de havikenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord havik

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be