haste
- IPA: /hastə/
- has·te
haste
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van hasten
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van hasten
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van hasten
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs van hasten
- IPA: /ɦastɛ/
- has·te
haste