handzagen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  handzagen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hand·za·gen

Zelfstandig naamwoord

de handzagen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord handzaag

Gangbaarheid

• Het woord handzagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.