handwerkten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handwerkten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hand·werk·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
handwerken |
handwerkten
- meervoud verleden tijd van handwerken
- Wij handwerkten.
- Jullie handwerkten.
- Zij handwerkten.
- Wij handwerkten.