griften
- grif·ten
vervoeging van |
---|
griffen |
griften
- meervoud verleden tijd van griffen
- Wij griften.
- Jullie griften.
- Zij griften.
- Wij griften.
- Het woord griften staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
griffen |
griften