grøfta
- verleden tijd van grøfte
- voltooid deelwoord van grøfte
grøfta, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van grøft
grøfta
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast grøfte, zie aldaar
grøfta
- verleden tijd van grøfta
- voltooid deelwoord van grøfta
grøfta
- gebiedende wijs van grøfta
grøfta
- verleden tijd van grøfte
- voltooid deelwoord van grøfte
grøfta
- gebiedende wijs van grøfte