gnissa
- gnis·sa
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
gnissa
- voltooid (verleden) deelwoord van gnisse
har gnissa
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gnisse
- har gnisset
- gnis·sa
gnissa
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast gnisse, zie aldaar
gnissa
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gnissa
gnissa
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gnisse
gnissa
- voltooid (verleden) deelwoord van gnissa
gnissa
- voltooid (verleden) deelwoord van gnisse
har gnissa
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gnissa
har gnissa
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van gnisse
gnissa
- gebiedende wijs van gnissa
gnissa
- gebiedende wijs van gnisse