Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glos·sen

Zelfstandig naamwoord

de glossenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord glos
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord glosse

Gangbaarheid

45 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be