Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
glosseert
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
glosseert
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
glos·seert
Werkwoord
vervoeging van
glosseren
glosseert
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
glosseren
Jij
glosseert
.
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
glosseren
Hij
glosseert
.
(
verouderd
)
gebiedende wijs meervoud van
glosseren
Glosseert
!