Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schreeuw·de

Werkwoord

vervoeging van: schreeuwen…
verbogen vorm: geschreeuwdee

geschreeuwde

  1. verbogen vorm van geschreeuwd, voltooid deelwoord van schreeuwen
    • Het in allerijl geschreeuwde bevel ging verloren in het lawaai.