geelvoetkangoeroetje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geel·voet·kan·goe·roe·tje

Zelfstandig naamwoord

het geelvoetkangoeroetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord geelvoetkangoeroe

Gangbaarheid